De grottempels van Bingling Si, gelegen in een kloof van de Gele Rivier ten zuidwesten van Lanzhou, vormen een van de belangrijkste boeddhistische erfgoedlocaties in het noordwesten van China. De naam Bingling betekent “duizend Boeddha’s”, een verwijzing naar de talloze beelden en reliëfs die hier in de rotswand zijn uitgehouwen. De eerste grotten dateren uit de Westelijke Qin-dynastie (4e eeuw), maar het complex groeide in de eeuwen daarna uit tot een netwerk van ruim 180 grotten met meer dan 6000 beelden en fresco’s. De stijl weerspiegelt de verspreiding van het boeddhisme langs de Zijderoute: Indiase, Centraal-Aziatische en Chinese invloeden komen hier samen.
Het meest opvallende beeld is een 27 meter hoge zittende Boeddha, uitgehouwen in de rotswand en omringd door kleinere figuren van bodhisattva’s en monniken. In andere grotten zijn kleurrijke muurschilderingen te zien die scènes uit de Boeddhistische canon tonen, evenals inscripties die inzicht geven in het religieuze leven en de culturele uitwisseling van die tijd. Hoewel de plaats afgelegen ligt, was Bingling Si eeuwenlang een belangrijk centrum van devotie en artistieke activiteit. De grotten getuigen van een voortdurende dialoog tussen religie, kunst en landschap — een stille geschiedenis, bewaard in steen.